Trainen van lange afstand wedstrijdzwemmen in open water 5

‘VERMOEIDHEID BIJ HET LANGE AFSTAND- EN MARATHONZWEMMEN’

{informeren & kennis overdragen door Gerard Meurs}

Uithoudingsvermogen hangt enerzijds samen met prestatie, vermoeidheid en herstel en anderzijds met de energetische, coördinatieve en psychologische componenten.

Vooral m.b.t. training mag uithoudingsvermogen NIET als een onafhankelijke conditionele vaardigheid worden gezien. Sportieve belastingen zijn altijd complexer van aard, ze beïnvloeden meerdere orgaansystemen van het menselijke lichaam. Elementaire conditionele vaardigheden zijn in mijn beleving in een training ook nauwelijks los van elkaar te trainen.

Conditie:
de gewogen som van alle prestatiebepalende fysieke factoren èn realisatie ervan door persoonlijke kenmerken, bijvoorbeeld de wil, emotie en geaardheid.

Uithoudingsvermogen:
het vermogen om fysiek en psychisch weerstand te bieden aan een belasting waarvan de intensiteit en de duur tot gevoelens van vermoeidheid zullen leiden.

In de duursport staat vermoeidheid centraal. Het marathonzwemmen is een zware duurprestatie, die veel van de zwemmer vraagt. Vooral het vermogen om vermoeidheid zo lang mogelijk het hoofd te bieden speelt een bijzonder belangrijke rol en is een ingewikkeld verschijnsel, dat door een aantal oorzaken kan worden bepaald. Het begrip vermoeidheid kan men verdelen in lichamelijke en geestelijke vermoeidheid.

Psychische [geestelijke] vermoeidheid is nogal moeilijk te omschrijven. Deze kan o.a. veroorzaakt worden door gebrek aan motivatie, door gebrek aan zelfvertrouwen, door ziekte of anderszins.

Een kant-en-klare oplossing voor psychische vermoeidheid is er niet. Wanneer de sporter zich geestelijk moe voelt, moeten we proberen alle relevante zaken eens rustig op een rijtje zetten en soms het trainingsplan aanpassen. Een trainingsschema moet dus nooit zo star en strak ,dat het geen ruimte biedt voor rust en herstel c.q. ontspanning. De mentale, psychische vermoeidheid moeten we nooit onderschatten, maar veelal is het de lichamelijke vermoeidheid, die de prestatie-bepalende factor is bij intensieve [marathon]training.

Fysieke vermoeidheid ervaren is een ‘must’ en moet met regelmaat door training worden beleefd. Dezelfde ervaring zal men ook tijdens een wedstrijd worden geconfronteerd en dan zal men zich hier beter door heen kunnen bijten.

Fysieke vermoeidheid wordt grofweg verdeeld in lokale [plaatselijke] vermoeidheid, acute vermoeidheid en/of uitputting van de energiebron[nen].

Om lokale vermoeidheid [spierpijn] zoveel mogelijk te voorkomen heb ik de volgende tips:

  • voor elke training een goede warming-up
  • een goede dosering van inspanning en rust
  • trainingsduur en intensiteit geleidelijk opvoeren

Om acute vermoeidheid zoveel mogelijk te voorkomen:

  • veel duurtraining met relatief lage belasting
  • lange afstanden trainen in gelijkmatig tempo
  • tempo wisselingen voorkomen
  • snelheid geleidelijk opvoeren

Met de uitputting van de energiebronnen zal de lange afstandzwemmer tijdens lange trainingen en wedstrijden het meest te maken kunnen krijgen, omdat er dan een moment kan komen, dat de spieren moeten overschakelen op andere brandstoffen [vetten en/of eiwitten]. Die stoffen zijn echter als brandstof minder efficiënt dan koolhydraten. Zij hebben als nadeel dat ze, vergeleken met koolhydraten, minder energie per liter verbruikte zuurstof leveren.

De afstandzwemmer ervaart de overschakeling van verbranding van koolhydraten naar verbranding van vetten als moeheid, m.a.w. als ‘het ontmoeten van de man met de hamer’.

Wanneer de spiersuiker voorraad is uitgeput, wordt suiker aan het bloed onttrokken door de spieren, die arbeid moeten leveren, waardoor het suikergehalte omlaag gaat. Voor de hersenen ontstaat er op dat moment een probleem, die tot uiting komen in gestoorde bewegingscoördinatie. De zwemmer krijgt het dan vaak koud en een soort dizzy, draaierig gevoel. Door regelmatige duurtrainingen kan het organisme zich tegen uitputting behoeden.

De hoeveelheid spierglycogeen [suiker voorraad in de spieren] kan namelijk door training met soms 100% toenemen. Een andere belangrijke factor, die door duurtraining optreedt is dat het lichaam beter leert op vetten te werken, waardoor minder suiker verbruikt hoeft te worden.

A coach is a leader who knows the way, shows the way and goes the way!