Kanaal-zwemverslag van Jan Willem van der Graaff

Dinsdag 27 augustus 2013

De wekker gaat vroeg en om 6 uur ’s morgens zitten we al in de auto, onderweg naar Duinkerken. Nog even lekker wat gerust in de auto met een muziekje op en om 10 uur zitten we op de pont naar Dover. Het is nog onwerkelijk om te beseffen dat ik in dit water zal gaan zwemmen.

Bij aankomst in Dover bel ik met mijn schipper, Chris Osmond, om een afspraak te maken. We spreken om 3 uur af in de haven en dus is er nog tijd om alvast even naar het hotel in Folkstone, 15 minuten rijden van Dover af, te gaan. Het is apart om hier twee maanden na de estafette weer terug te zijn, maar het geeft ook wel een vertrouwd gevoel. Na even wat gegeten te hebben rijden we naar Dover en spreken we met de schipper. Hij vertelt ons dat het woensdag te hard gaat waaien en dat volgens hem de beste starttijd om half 5 donderdag ochtend is. Oeps.. dat is wel heel vroeg dacht ik als avond mens in hart en nieren. Maar als dan de omstandigheden het beste zijn dan vind ik het prima. Ook was het wel fijn om nog even een dagje te hebben om te kunnen acclimatiseren en uit te rusten van het reizen. Verder hebben we de boot, de Seafarer II voor het eerste bekeken en deze was toch nog wat groter dan ik had verwacht, een meevaller dus. Het viel echter wel tegen dat ik niet dicht bij de boot mocht zwemmen, maar minimaal 10 meter ernaast moest houden. Er werd vanaf boven op de boot gestuurd en anders zouden de schippers mij niet kunnen zien. Even wat anders dan het IJsselmeer waar ik stijf tegen de boot aan lig.

Na de ontmoeting nog even losgezwommen in de zee bij ‘Swimmers Beach’. Het zwemmen voelde best goed en de watertemperatuur voelde ook wel prima, veel zin had ik echter niet en na twintig minuten klom ik alweer het water uit. We reden terug naar Folkstone om een restaurantje te gaan zoeken want ik begon al aardig wat honger te krijgen. De tijd van het grote stapelen was aangebroken dus ik bestelde maar gelijk 2 hoofdgerechten (lasagna en pasta met pesto). Op de terugweg naar het hotel had ik eigenlijk nog wel een beetje honger dus ik  nam ook nog een pizza mee voor op de hotelkamer. Met mijn buikje rond lekker naar bed gegaan en heerlijk geslapen.

Woensdag 28 augustus 2013

De volgende dag bestond grofweg uit twee dingen: Eten en rusten. ’s Middags en ’s avonds erg veel gegeten in het restaurant en tussendoor ook nog geprobeerd mezelf goed vol te stoppen. Waar mijn ouders op pad gingen om Folkstone een beetje te verkennen, bleef ik in het hotel om uit te rusten. Na het avond eten nog even de voeding voor de overtocht klaar gemaakt en de tas ingepakt. Ook nog even contact opgenomen met de schipper en dat was maar goed ook want hij had besloten toch drie kwartier later te vertrekken: half 5 verzamelen, kwart over 5 starten. De wekker werd om half 4 gezet dus ik dook vroeg mijn bed in. Veel zenuwen had ik eigenlijk nog niet, ik voelde me goed en kon lekker slapen.

Donderdag 29 augustus 2013

Toen ik wakker werd, midden in de nacht om half 4 besefte ik het: dit was de dag waarop het moest gaan gebeuren. Toch was ik niet uitermate gespannen en probeerde ik wat van de pasta die we uit het restaurant hadden meegesmokkeld naar binnen te krijgen. Eenmaal aangekomen bij de haven in Dover ontmoette we de extra schippers en het jurylid. Toen het jurylid zich voorstelde begon er een lampje te branden: Kevin Murphy, de secretaris van de CS&PF die zelf al 34 keer Het Kanaal heeft overgezwommen waarvan een aantal dubbels! Dat was wel gaaf dat ik deze ervaringsdeskundige aan boord had. Na het overzetten van de spullen vertrok de boot richting Shakespeare Beach. Ik werd ingevet en de lampjes werden aan mijn zwembroek en bril bevestigd, het was immers nog donker! Ik merkte dat de buitenlucht vrij fris was en dit maakte het water dan ook wat warmer dan verwacht toen ik erin sprong en naar Shakespeare Beach zwom.

Daar stond ik dan op een strandje in Engeland met mijn handen te zwaaien, wachtend op het startsein. En daar ging de toeter, ik rende het water in (elke seconde telt) en begon aan de grootste uitdaging van mijn leven. Het tempo zat er lekker in en ik had mezelf ook voorgenomen om met een flink tempo te starten. Het eerste uur liep alles prima: nergens last van, lekker tempo, geen last van de kou en goede snelle eetpauzes. Na het eerste uur begon ik het echter flink koud te krijgen. Ik begon te rillen en probeerde wat meer warmte te creëren door extra benen te zwemmen. Dit hielp helaas niet veel en het begon een beetje te spoken in mijn hoofd: ‘Shit als ik het nu al koud heb, hoe ga ik dit dan ooit nog 10 uur lang volhouden?!’. Maar ik maakte mezelf wijs dat het steeds warmer werd en dat als de zon op zou komen het allemaal beter werd.

Een uur later was daar dan de zon. Ik verheugde mij hierop en ik kon niet wachten tot de warmte van de zon vat op mij zou krijgen. Wat viel dat tegen zeg. Geen warmte, alleen maar kou. Toen ik doorrekende hoe laat het zou zijn, kwart over 7, besefte ik ook wel dat er op dat tijdstip ook nog helemaal niet zoveel warmte kon zijn. Vanaf dat moment was het elk uur aftellen en rekenen of de zon al warm genoeg zou zijn om mij iets te kunnen opwarmen. Op dit moment kreeg ik ook last van kramp in mijn heupen, iets waarvan ik tijdens het IJsselmeer ook weleens last van heb. Door het constante corrigeren van mijn ligging schiet hier de kramp in, vooral in koud water. Dit was vervelend maar gelukkig had ik hier al wat ervaring mee en kon ik het er goed uitkrijgen. Wel kwam het weer snel terug dus was het om de 5 minuten even een been intrekken om de kramp eruit te halen. Zo ging dit een aantal uur verder op een mooi constant tempo. Ook mijn slagfrequentie (68) is gedurende de hele kanaaloversteek constant gebleven.

Het ging steeds iets beter en er was nog weinig teken van vermoeidheid. Ik had het nog steeds koud maar ik had het weten te accepteren en ook de kramp in mijn heupen werd een gewoonte. Na 5 uur zwemmen begon de vermoeidheid echter wel toe te slaan. Mijn linker arm begon pijn te doen bij de kop van mijn schouder en ik leek het opeens een stuk kouder te krijgen. Verder begon het harder te waaien (windkracht 5) en werden de golven steeds hoger. Ook de kramp in mijn heupen leek erger dan voorheen en er kwamen negatieve gedachten in mij op: ‘Dit is gekkenwerk’, ‘Ik wil ook op de warme boot’, ‘Ik ben nog niet eens op de helft’, ‘Dit gaat me nooit lukken’! Dit zijn gedachtes die je niet wilt hebben en ik was gelukkig sterk genoeg om mezelf een halt toe te roepen en deze gedachtes terug te dringen. Ik ging expres wat verder van de boot afzwemmen zodat ik even ‘echt’ helemaal alleen kon zijn en begon mezelf in mijn hoofd toe te spreken. Ik zei tegen mezelf: ‘Kom op het zijn maar 5 uurtjes die je nog moet zwemmen’, ‘5 uurtjes is niets’, ‘Loop niet zo te zeuren en stel je niet aan’, ‘Je vergeeft het jezelf nooit als je uitstapt’. De belangrijkste zin die ik tegen mezelf zei en die ik nog heel vaak herhaald heb heeft me uiteindelijk uit deze dit gehaald. Ik zei: ’Het is nog 5 uur de rotste tijd van je leven, maar na deze rotte 5 uur heb je voor altijd het mooiste moment van je leven!’

De begeleiding merkte ook dat het iets minder ging. Na 6 uur waarin ik elk half uur Herbalife sportdrank (afwisselend Prolong en Hydrate) dronk, kreeg ik voor het eerst wat anders te drinken: Wicky vruchtensap: Mmmm dat was een lekkere afwisseling! Toen dacht ik eraan dat we ook nog een aantal lekkere dingen hadden meegenomen voor als ik ergens trek in kreeg. De eerste 6 uur had ik elk half uur afwisselend een Born gelletje of een banaan gegeten en ik had nu wel trek in iets anders. Dus riep ik na 6 en een half uur naar de begeleiding dat ik trek had in Heksenhielen! Heksenhielen? JA! HEKSENHIELEN of Witch Heels zoals mijn vader ze omschreef bij de schippers en het jurylid: Heerlijke salmiakdropjes waar ik opeens erg veel trek in kreeg. En wat was het heerlijk toen ik de eerste paar dropjes kreeg. Vanaf dat moment werden de sportdranken van Herbalife afgewisseld met Wicky en werden de gelletjes en bananen afgewisseld met Heksenhielen en Haribo kikkertjes die we ook nog bij ons hadden.

Ik kwam weer in een lekker ritme en het ging de goede kant op. Ook werd het eindelijk wat warmer en zakte de kramp in mijn heupen weg. De pijn in mijn armen werd wel steeds erger maar daar kon ik goed doorheen bijten. Ook begon mijn zus met muziek draaien vanaf mijn telefoon via de megafoon. Dit gaf elke drinkpauze toch een lekker liedje die ik een half uur in mijn hoofd kon houden tot ik de volgende zou horen. Ook de leuke aanmoedigende teksten op het bord (‘Je hebt al 50 berichten op Facebook’, ‘Tijd voor een Tequila Sunrise’, ‘I believe I can swim, I believe I can touch Calais’ enz.) zorgden voor een prettige stimulans. Na 7 uur zwemmen keek ik eens naar voren om te zien of ik de kust al zag. Dat viel tegen ik zag nog geen kust, dus vroeg ik bij het volgende eetmoment of de begeleiding wel al de kust zag. Zij riepen dat ze de kust allang zagen en dat het heel goed ging. Het zal wel dacht ik en ik zwom weer verder. Ik keek nog eens op en zag inderdaad de contouren van de kust al vrij dichtbij.

Toen ik de volgende keer keek, na 8 uur zwemmen, was de kust ineens al best dichtbij en leek het alsof ik er al bijna was. Dat viel even tegen. De laatste uren kwamen we in een zogenaamde kringstroming terecht. Deze stroming stond vol tegen en ik kwam maar niet dichterbij. Dit merkte ik en na een uur ploeteren in de stroming vroeg ik hoe lang het nog was en of ik stroming tegen had? Het antwoord was: nog 5 kilometer en ja  je hebt stroming tegen. Nou dat was lekker dacht ik. Ben ik er bijna moet ik straks nog helemaal omzwemmen vanwege de stroming. Ik besloot te gaan versnellen zodat ik misschien door de stroming kon zwemmen en gooide alles wat ik nog had in de strijd. Vanaf dat moment was het aftellen geblazen. Nog 3,5 kilometer, nog 3,0 kilometer enzovoorts.

Totdat daar het moment kwam dat het kleine rubberbootje van de grote boot werd gehaald en klaargemaakt werd om het water in te gaan. Leuk dacht ik een van mijn begeleiders gaat mee het laatste stukje.

Het kan nu niet meer zo ver zijn. Toen het bootje te water ging zag ik echter dat een van de schippers in het bootje zat en verder niemand. ’Gek’ dacht ik maar het zal wel ergens goed voor zijn. Ook dit laatste stukje was nog flink ploeteren maar uiteindelijk was het ondiep genoeg om te kunnen staan. Ik stond op en rende het strand op (elke seconde telt) en gooide mijn armen in de lucht. Een toeter en gejuich van de boot was wat ik hoorde en ik besefte dat het erop zat: Het was gelukt! En wie stond daar op het strand waar ik net was uitgerend klaar om mij te feliciteren? Joeri Beetz! Mijn trainer toen ik nog bij Arethusa zwom en die mij opgeleid heeft tot een sterke en slimme zwemmer. Mede dankzij Joeri (samen met Paul van den Heuvel) ben ik begonnen met open water zwemmen en wat was het fantastisch dat hij daar dan ook stond na het volbrengen van mijn grootste uitdaging ooit! Geweldig! Ik gaf hem een hand en een knuffel en na nog wat woorden gewisseld te hebben liep ik terug het water in, naar het rubberbootje.

Toen merkte ik pas hoe sterk de stroming was want ik kon nauwelijks bij het rubberbootje komen omdat deze erg afdreef. Toen ik er eindelijk in zat snelden we naar de Seafarer II en werd ik de boot op getild. Ik was ontzettend blij en met een voldaan gevoel zetten we koers terug naar Dover. De wind was inmiddels opgelopen naar windkracht 6 waardoor het een heftig tochtje terug werd. Eenmaal aangekomen in Dover heb ik mijn naam en die van ons estafetteteam van het Y op de muur van The White Horse, het Kanaalzwemmers café, geschreven. Daarna was het terug naar het hotel en uitrusten geblazen.

Vrijdag 30 augustus 2013

De dag erna nam ik de schade op die mijn lijf had opgelopen: erg veel schuurplekken in mijn nek, mijn armen (vooral links) zaten helemaal vast, spierpijn in mijn heupen en misschien nog wel het ergste: een kapotte keel door het zout. Voor de rest voelde ik mij wel prima en na een klein ontbijt vertrokken we weer naar huis. Het avontuur was voorbij

Deze uitdaging is verreweg de zwaarste die ik ooit ben aangegaan en heb volbracht. Ik heb een jaar lang alles gedaan en gelaten om dit te kunnen bereiken maar het is het allemaal waard geweest! Iedereen bedankt voor alle hulp, steun, aanmoedigingen, begeleiding, vertrouwen, succeswensen en felicitaties. Er is een aantal mensen die ik expliciet wil noemen voor hun steun in het afgelopen jaar.

Ben Lap, mijn trainer bij Het Y die mij klaar heeft gestoomd voor mijn kanaaloversteek, René en Kitty Gibbels en Diana Sport, voor hun vertrouwen in mij als sporter en de ondersteuning die zij aan mij hebben geboden, Total Body In Balance, voor het sponsoren van Herbalife producten, Wim Interim Management, voor financiële sponsoring van mijn kanaaloversteek, Irene van der Laan, voor de handige informatie als ervaringsdeskundige, Bianca en Fatima de Bruijn, voor een enorme bron aan informatie, ervaringen en handigheden voor mijn oversteek, Rob van den Heuvel, voor het bieden van de perfecte trainingsaccommodatie bij zijn camping in Normandië, mijn teamgenoten en begeleiders bij Het Y, fijn om met jullie te trainen en ik heb een geweldige ervaring met jullie gehad tijdens de estafette op Het Kanaal.

 Tot slot mijn zus en mijn ouders die me door dik en dun gesteund en geholpen hebben en het perfecte begeleidingsteam voor mij vormden.

Mijn missie is volbracht. Tijd voor een nieuwe stap…